Praktische informatie

Mijn JINC – leerkracht – TaalTrip

Doe je voordeel met deze praktische tips over TaalTrip:

Voorbereiding

  • Laat je briefen door de medewerker van JINC. Voorafgaand aan de TaalTrip plant JINC een (online) meeting in om uitleg te geven, de TaalTrip voor te bespreken en informatie te ontvangen over de groep leerlingen. Hiermee kunnen we onze bedrijfsvrijwilligers goed voorbereiden. Tijdens deze briefing is natuurlijk ook ruimte voor jouw vragen!
  • Zorg voor voldoende begeleiders: één per subgroepje (in totaal meestal 4 volwassenen per klas). Dit mogen zowel leerkrachten als ouders/verzorgers zijn.
  • Regel het vervoer en plan de route naar de locatie, vervoer is niet bij de TaalTrip inbegrepen.
  • Maak een groepsindeling voor de leerlingen en stuur, indien nodig, gegevens van de leerlingen en begeleiders door aan JINC.
  • Bereid de leerlingen voor op hun bezoek door te vertellen dat zij op TaalTrip gaan, het thema te introduceren aan de hand van het filmpje dat JINC je opstuurt en bestaande woordenschat te activeren.
  • Je ontvangt een lesdoosje van JINC. Heb je een week voor de TaalTrip nog geen lesdoosje ontvangen, terwijl je dit wel nodig hebt? Laat het ons dan weten. De naamstickers en woordkaarten neem je mee op de dag van de TaalTrip.
  • Informeer de begeleiders over wat er van hen verwacht wordt, waar ze naartoe gaan en welke leerlingen zij begeleiden.
  • Lees de Mijn JINC pagina als leerkracht voor deze groep goed door.
  • Print voor alle leerlingen een werkboekje uit.

Op de dag zelf

  • Neem de woordkaart (bingo-stijl) mee op TaalTrip. En voldoende pennen/stiften om de woorden af te strepen op de kaart (1 per groepje). (Dit is niet van toepassing voor scholen in Rijnmond)
  • Neem de naamstickers mee en zorg dat alle leerlingen een naamsticker dragen.
  • Zorg dat de leerlingen passende kleding meenemen als de TaalTrip buiten is en dat zij zware tassen op school laten.
  • Zorg dat de klas op tijd vertrekt. Neem bij oponthoud contact op met JINC.

Na de TaalTrip

  • Ga gedurende twee of drie weken aan de slag met het lesmateriaal dat je van JINC hebt ontvangen. De leerlingen maken opdrachten uit de werkboekjes en kunnen spelletjes spelen om de woorden te herhalen.
  • Sluit het project af door de beheersing van de woorden te testen met de quiz en laat leerlingen de evaluatie invullen op de laatste pagina van het werkboekje. Stuur deze werkbladen digitaal of per retourenvelop in het lespakket op naar JINC, zodat wij deze met de TaalTrip locatie kunnen delen.
  • Vul het digitale evaluatieformulier voor leerkrachten in dat je twee weken na de TaalTrip per email van JINC ontvangt.

 

Bekijk de volgende pagina’s: