TaalTrip
Mijn JINC – leerkracht
Mijn JINC – leerkracht
Kinderen die opgroeien in wijken met sociaaleconomische uitdagingen lopen relatief vaak achter met Nederlands – vooral degenen die opgroeien in bi-culturele gezinnen of nog niet zo lang in Nederland zijn. JINC organiseert TaalTrips om hun vocabulaire op speelse wijze een boost te geven.
Ja, je kunt uit een boek leren dat de zee een grote plas water is. Maar toch: wéten wat de zee is, doe je pas als je met je voeten in de branding staat. Je zult de betekenis dan nooit meer vergeten. En het gevoel dat erbij hoort evenmin. TaalTrip is taal én wereldoriëntatie op locatie. Leerlingen bezoeken een plek waar ze moeilijke woorden, gerelateerd aan een thema, in een context kunnen zien.
Leerkracht van de Louis Bouwmeesterschool:
|
TaalTrip is ontwikkeld om de woordenschat van leerlingen te vergroten. Daarnaast streeft JINC ernaar de horizon van de leerlingen te verbreden. Beide zijn belangrijke voorspellers van begrijpend lezen. Tenslotte willen we het zelfvertrouwen van leerlingen ontwikkelen door ze in contact te brengen met mensen en omgevingen die ze nog niet kennen en ze zich daar ook welkom en thuis te laten voelen.
Onze praktische, doelgerichte aanpak werkt. Leerkrachten zien dat hun leerlingen niet alleen nieuwe woorden leren, maar ook algemene kennis opdoen. Bovendien is het goed voor hun sociale vaardigheden; de leerlingen leren contact te maken en vragen te stellen aan vreemden.
JINC haalt veel kwalitatieve input over de effectiviteit van TaalTrip uit de verslagen van de leerlingen en uit de evaluaties van de begeleiders en leerkrachten. Het algemene beeld dat uit deze evaluaties naar voren komt is tot op heden zeer positief, zowel door de leerlingen als door de deelnemende organisaties wordt TaalTrip als leerzaam en inspirerend ervaren.
Leerkracht van Basisschool de Polsstok:
|
TaalTrip vindt plaats op locatie; door leerlingen onder te dompelen in een nieuwe omgeving, wordt immers de meeste impact gemaakt. Tijdens een TaalTrip focussen we op bepaalde thema’s, zoals de natuur, het theater of het vliegveld. Deze thema’s zijn gebaseerd op onderwerpen die op school aan de orde komen bij de lessen wereldoriëntatie.
JINC neemt de organisatie op zich, maar leerkrachten spelen een belangrijke rol: ze bereiden de klas voor, zorgen voor vervoer en begeleiding en maken ruimte om de lessen na de TaalTrip te kunnen uitvoeren.
Vooraf bereidt de leerkracht de leerlingen voor. Ze krijgen een filmpje te zien, gerelateerd aan het thema, en maken daarna een woordspin. Dit heeft als doel om de leerlingen enthousiast te maken voor het thema en hun voorkennis te activeren.
Op de dag zelf zien de leerlingen de woorden in context. Onder leiding van een rolmodel uit het bedrijfsleven leren ze wat de woorden betekenen. Deze vrijwillige Taalgidsen worden voorbereid door JINC op de inhoud en gaan interactief en op speelse wijze met de leerlingen aan de slag om de woorden te begrijpen.
Terug in de klas gaan de leerlingen verder aan de slag met het thema. Het lesmateriaal bevat een combinatie van groeps- en individuele opdrachten en zorgt ervoor dat het thema gaat leven in de klas.
Leerling tijdens de TaalTrip naar de veerboot:
|
Om te zorgen dat de woorden beklijven is het belangrijk deze na de TaalTrip in de klas te herhalen. Hiervoor heeft JINC lesmateriaal ontwikkeld op basis van woordenschatdidactiek. Ook in de voorbereiding kun je het door JINC ontwikkelde materiaal als leerkracht aanhouden.
Directeur Basisschool Samenspel:
|