In de serie ‘JINC’ers in het zonnetje’ stellen we iedere week een aantal verrassende vragen aan een JINC-medewerker. Wat houdt JINC’ers bezig? Waar kan je ze voor wakker maken? En wat inspireert hen? Vandaag maken we kennis met Jonna, programma manager bij JINC in Rotterdam.

1. Waar droomde jij als klein kind van?

Ik wilde advocaat worden. Ik praatte altijd veel dus dat leek me als 10-jarige een logische keuze. Toen bleek dat je dan ook echte boeven moest verdedigen, leek het me toch wat minder.

2. Welke gebeurtenis in je (werkende) leven is belangrijk voor je geweest?

Mijn ouders – een wetenschapper en een muzieklerares –  waren allebei erg gepassioneerd met hun werk bezig. Ik heb van hen geleerd dat je je hart kwijt kunt in je werk en dat je niet bang moet zijn daarin je eigen keuzes te maken.

3. Wat is het vaakst afgespeelde nummer op je iPod/Spotify?

I Feel Love van Donna Summer. Ik houd van Disco & Karaoke!

4. Waarom werk je bij JINC?

Omdat ik het ontzettend belangrijk vind dat iedereen meedoet en meetelt in Nederland.

Dat iedereen z’n talenten kan ontplooien en kan inzetten in de samenleving. Dat iedereen een eerlijke kans krijgt. Een goede start voor een opleiding en een baan zijn hiervoor essentieel. No child left behind.

 5. Wat is jouw mooiste JINC anekdote?

Het is moeilijk om er één uit te kiezen. Voor mij zijn dit de momenten waarop jongeren hun talent laten zien:

– twee 11-jarige ‘Baas van Morgen’-jongens, die een simpele vraag naar een nieuw broodbakidee omtoverden in een concept met projectie- en communicatiemogelijkheden, gekoppeld aan je telefoon;

– de 14-jarige jongen uit Rotterdam-Zuid die baas van de EU wil worden en nu al meent dat Griekenland en Italië dan niet meer in de euro zullen zitten;

– het 15-jarige meisje dat eerlijk al haar slechte eigenschappen begint op te sommen als we haar daar in Sollicitatietraining naar vragen.

6. Waar kan ik jou voor wakker maken?

Voor mijn dochter van vijf. Dat doet ze ook regelmatig 🙂
Ik ben zo’n moederbeer dat ik tot mijn verbazing dan nooit chagrijnig ben.

 7. Welk boek heeft jou het meest beïnvloed?

Het recente boek van de socioloog Robert Putnam: Our Kids, The American Dream in Crisis.

Hij legt uit dat de droom van gelijke kansen voor iedereen onder druk staat. Het is veel moeilijker om met hard werken je weg omhoog te vinden dan vroeger. Putnam laat zien hoe een groot aantal factoren bijdraagt aan een toenemende kansenongelijkheid: je postcode bepaalt je toekomst. Dit is in Nederland verrassend gezien ook steeds meer zo. Dat maakt mij heel strijdbaar.

8. Waar verbaas jij je wel eens over?

Ik heb het net als iedereen ook vaak druk, maar toch verbaas ik me vaak dat we allemaal zo geleefd worden door druk, druk, druk. Het is heel moeilijk om even stil te staan en er gewoon nu te zijn.

9. Wat is de belangrijkste les die jij ooit hebt geleerd? En van wie heb je die les geleerd?

Voor mij is contact en verbinding het belangrijkst in het leven. De ontmoeting. Ik heb eerst 20 jaar heel hard aan m’n eigen carrière gewerkt voordat ik me dat realiseerde. In de projecten van JINC zie ik de ontmoeting van onze jongeren met mensen uit het bedrijfsleven, vaak heel verschillende werelden. Het ontroert me altijd weer om het contact te zien ontstaan. Er zijn heel veel mensen die een ander willen helpen als ze de kans krijgen. Dat vind ik heel inspirerend.