Ieder jaar zetten ruim 4.500 vrijwilligers zich in voor de projecten van JINC. Zij staan voor de klas, laten kinderen hun bedrijf zien of nemen leerlingen mee naar een bijzondere plek voor een TaalTrip. Met de enorme bijdrage die deze mensen leveren kunnen we steeds meer kinderen op weg helpen naar een goede start op de arbeidsmarkt. Daarom verdienen ook zij het om in het zonnetje gezet te worden! De komende vier weken staat iedere week één vrijwilliger in de spotlights. Deze week maken we kennis met Irma Sanders, freelance tekstschrijver en vrijwilligster voor het project TaalTrip.

1. Wat wilde jij worden toen je vroeger klein was?

Schooljuf! Ik ben het niet geworden, maar tijdens mijn studie Nederlands heb ik wel mijn lesbevoegdheid gehaald. Misschien ga ik er ooit Nederlands als tweede taal of volwassenenonderwijs mee geven.

2. Waarom zet je je als vrijwilliger in voor JINC?

Omdat ik het leuk vind om naast m’n werk dingen te doen die anders zijn dan wat ik dagelijks doe. Wat JINC doet, kinderen/jongeren verder helpen, spreekt mij erg aan.

3. En waarom voor het project TaalTrip?

Als tekstschrijver/redacteur werk ik dagelijks met taal. Een TaalTrip is voor mij een andere manier om met taal bezig te zijn. Mooi om kinderen iets nieuws te leren (toch die schooljuf) en ook zelf van anderen te leren. Ik weet zeker dat de TaalTrips werken. Als je in de praktijk ziet wat iets betekent, onthoud je het beter.

4. Wat is je favoriete TaalTrip-thema en waarom?

Moeilijk kiezen. Mijn eerste TaalTrip was geschiedenis in Utrecht: daar kom ik niet vaak, leuk om meer van die stad te weten. Maar ook geschiedenis in Haarlem vind ik leuk, juist omdat ik daar vaak kom. En de luchthaventrip op Schiphol is weer heel anders, dynamisch.

5. Welke gebeurtenis in je werkende leven is belangrijk voor je geweest?

Mijn allereerste vaste baan is letterlijk en figuurlijk de basis voor mijn loopbaan. Ik was assistent van een groep art directors bij een groot bedrijf. Dat sloot niet per se aan op mijn studie, maar ik heb daar ontzettend veel geleerd, heel veel lol gehad en veel mensen leren kennen met wie ik nog steeds met plezier samenwerk.

6. Wat vind je het leukst aan je werk?

Met de meest uiteenlopende mensen praten over de meest uiteenlopende onderwerpen. En dan verwoorden wat zij willen zeggen. Vaak krijg ik terug dat mensen die ik heb geïnterviewd zich herkennen in mijn teksten. Dat is precies de bedoeling.

7. Wat is jouw mooiste JINC-verhaal?

Op Schiphol was een vader van een jongetje uit de klas mee als begeleider. Hij werkte bij de marechaussee en nam de kinderen heel even mee naar zijn collega’s. Spannende aanvulling op de TaalTrip! Verder vind ik de tekeningen en verslagjes die leerlingen van de TaalTrips maken vaak ontroerend.

8. Wat is het beste advies dat je ooit heb gekregen?

Besteed je tijd zoveel mogelijk aan dingen die je leuk vindt en aan mensen die je graag om je heen hebt.

9. Wat is het beste advies dat je een leerling hebt meegegeven?

Kies een richting die je leuk vindt. Ook al weet je misschien nog niet precies wat je wil worden. Uiteindelijk vind je – misschien via een omweg – iets wat bij je past.

10. Wat leer jij van de leerlingen?

Door hun ogen naar dingen kijken.