Op dit moment zijn er zo’n 8.500 leerlingen die onderwijs volgen via een ISK, van wie 70% maximaal 2 jaar in Nederland is. Een ISK bereidt leerlingen voor op een vorm van vervolgonderwijs in Nederland, en vormt zo een brug tussen de onderwijsvormen uit het land van herkomst en Nederland.

De leerlingen van de ISK vormen een mix aan achtergronden en culturen. Maar ze hebben één ding gemeen: ze willen zo snel mogelijk Nederlands leren.

Veel ISK-leerlingen leggen het NT2 examen af, waarna zij kunnen doorstromen naar het MBO of HBO. Het basisprogramma van de ISK bestaat voornamelijk uit Nederlands, sport, culturele en kunstzinnige vorming, maatschappijleer en rekenen/wiskunde. Er kunnen ook vakken voorkomen die speciaal ingericht zijn met betrekking tot de praktijk, zoals koken, handvaardigheid, techniek en media.

Ook wordt er een stevige basis gelegd om de eerste zelfstandige stappen te zetten in de Nederlandse samenleving. Want je echt thuis voelen in een nieuw land leer je niet alleen door in een klaslokaal te zitten, maar juist ook door te doen, te ervaren en contact te maken met die samenleving. De projecten van JINC zijn hiervoor een uitgelezen kans!

Tips voor tijdens de Bliksemstage

  • Praat correct maar eenvoudig, zonder in ‘kindertaal’ te vervallen.
  • Spreek langzaam en laat duidelijk woordgrenzen horen.
  • Ga niet in op dubbele betekenissen van een woord. Als het kopje (om uit te drinken) aan de orde is, begin dan niet tegelijk over de andere betekenis (hoofdje).
  • Vermijd figuurlijk taalgebruik. De Nederlandse taal zit er vol mee: ‘Hoe loopt het bij jullie?’, ‘Een blik op de klok werpen’.
  • Beperk je tot één onderwerp. De leerling weet dan in welke richting het gesprek gaat en zo wordt de betekenis van woorden beter begrepen.
  • Vermijd dat leerlingen met ja of nee kunnen antwoorden zonder dat duidelijk is of ze de vraag hebben begrepen. Dus niet: ‘Ben je met de tram gekomen?’, maar: Hoe ben je hier gekomen?’.
  • Verbeter niet teveel: het gaat om de communicatie, om begrijpen. Demotiveer de leerlingen niet.
  • Praat niet alleen, maar laat leerlingen gebruiksvoorwerpen tekenen, aanwijzen, beetpakken.
  • Neem zo veel mogelijk materiaal mee, dan gaat het ‘leven’ voor de leerlingen.
  • Zo veel mogelijk praktijk en doen. Dat is waar deze Bliksemstage om draait.